Index

De Wegwijzer

Hoofdstuk 2 Organisatie van het onderwijs

2.1 De Bouwen

De Wegwijzer is onderverdeeld in twee ‘bouwen’:

Onderbouw groep 1 -4: het jonge kind  & samenwerking peutergroep

Bovenbouw: groep 5-8: het oudere kind

Binnen een bouw werken de leerkrachten nauw samen; leerkrachten spreken elkaar regelmatig voor thema’s, over de inhoud van de dagelijkse lespraktijk. Het is een mini-team binnen de school. Vaak is er een extra leerkrachtondersteuner in de bouw actief, die ondersteunt de leerkracht. Elke bouw heeft een eigen bouwcoördinator.

Speciaal in onze school is de afdeling ‘het jonge kind’. Dit is de leeftijdsgroep van 2- 6 jaar. De peuter- en kleutergroepen werken nauw samen om een doorgaande leerlijn vorm te geven voor het jonge kind (VVE- traject).

2.1 Onderwijsaanbod aan het jonge kind

2.1.1 Aanbod in groep 1 en 2

In groep 1 en 2 is spelen en werken vanuit een veilige en gestructureerde omgeving erg belangrijk. De kinderen spelen en werken aan tafels, in hoeken, in de speelzaal en op het schoolplein. Er wordt systematisch gewerkt aan leerdoelen. De methode Schatkist en de doorlopende leerlijnen zijn de basis voor de activiteiten. Rondom thema’s wordt leerstof aangeboden tijdens activiteiten en in de hoeken op verschillende ontwikkelingsgebieden.

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Voorop staat dat een kind zich veilig en prettig voelt. Vanuit dat uitgangspunt is het leren omgaan met leeftijdsgenootjes en volwassenen in verschillende situaties belangrijk. De kinderen worden gestimuleerd om zelfstandiger te worden. Hierbij gaat het om verschillende aspecten. Van jezelf kunnen aan- en uitkleden, materialen pakken en opruimen, zelf aan het werk gaan en aan het werk blijven, tot het oplossen van kleine probleempjes.

Motorische ontwikkeling

Vrij buitenspel en gerichte lichamelijke activiteiten in de speelzaal worden afgewisseld. Hierdoor krijgt het kind plezier in bewegen en leert het nieuwe vaardigheden. Andere bewegingsactiviteiten zoals kleien, vingerverven, scheuren, werken met de kralenplank en mozaïek, hebben tot doel de bewegingen van de kleuter te verfijnen. Ook het voorbereidend schrijven krijgt wekelijks aandacht.

Ontluikende geletterdheid en gecijferdheid

Door de kinderen op een spontane, ongedwongen manier met taal en rekenen om te laten gaan, willen we bereiken dat het kind klaar is voor de overgang naar groep 3. Hierbij gaat het o.a. om fonologisch bewustzijn (het bewust worden van klanken, zoals rijmen en het hakken en plakken van klanken),  het aanleren van letters en cijfers, ordenen, meten en wegen.

Spraak- taalontwikkeling

Spraak en taal is een belangrijk onderdeel binnen de algehele ontwikkeling van kinderen. Het gaat hierbij om het vergroten van de woordenschat, taalbegrip, maar ook auditieve vaardigheden (vaardigheden die een kind in staat stelt met zijn gehoor klanken te onderscheiden).

Ook wordt in groep 1 en 2 op speelse wijze Engels aangeboden door middel van liedjes, maar ook via de interactieve methode ‘Join in’.

Twee keer per jaar registreren de leerkrachten op basis van observaties bovenstaande ontwikkelingsgebieden van alle kinderen. Daarbij gebruiken we het observatiemodel Kijk! Daardoor wordt de voortgang van het kind zichtbaar en kan de leerkracht zien of bepaalde ontwikkelingsgebieden een extra stimulans nodig hebben. Doelgerichte activiteiten worden ingezet om de kinderen verder te brengen in hun ontwikkeling. Het aanbod in groep 1 en 2 is de basis voor het vervolg van de leerlijnen in groep 3.

2.1.2 Voor- en vroegschools aanbod op De Wegwijzer

Het ontwikkelingsproces dat een kind heeft doorgemaakt in de voorschoolse periode (0-4 jaar) is een belangrijke factor voor een goede start op de basisschool. De Wegwijzer werkt intensief samen met Kinderopvang Okidoki op het gebied van peuteropvang om peuters te stimuleren zich breed te ontwikkelen in de uitdagende omgeving van een basisschool. Samen met de peutergroepen wordt een doorgaande leerlijn gecreëerd, zodat er goede aansluiting is tussen de peutergroep en de kleutergroep. De ingezette methode ‘Ben ik in beeld’ bij de peuters sluit aan bij de methode Schatkist bij de kleuters en het observatiesysteem Kijk! Voor de peuters is ‘Puk’ het boegbeeld en voor de kleuters ‘Pompom’. Deze ‘poppen’ worden actief betrokken bij het lesprogramma en zijn onderdeel van één doorlopende leerlijn voor taal, rekenen, motoriek en sociaal –emotionele ontwikkeling. Met deze methodes wordt dan ook voldaan aan de eisen voor kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Doordat peuteropvang en school samenwerken, vindt een natuurlijke overgang en warme overdracht plaats van de peuteropvang naar groep 1.

2.2 Onderwijsaanbod in groep 3-8

2.2.1 Basisvakken

Taal en spelling

Voor taal wordt de methode Taal op maat 2 gebruikt en voor Spelling wordt gebruik gemaakt van Spelling op Maat.

Leesonderwijs

Naast taalonderwijs, neemt leesonderwijs, voorlezen en zelf lezen, een centrale plaats in. In groep 3 is de methode ‘Veilig leren lezen’ (Kim- versie) uitgangspunt voor onze leerlijn lezen. We begeleiden kinderen op een gestructureerde en gevarieerde manier in het leesproces. Elke dag wordt er een gezamenlijke start gemaakt en staat er een nieuw woord of letter centraal. De kinderen leren het woord en de daarbij behorende klanken en letters.  Na de kerstvakantie zijn alle letters aangeboden en wordt het vlot technisch lezen van woorden flink geoefend. We stimuleren het lezen en het voorlezen, zowel thuis als op school.

In groep 4-6  gebruiken we de methode `Estafette lezen’ voor voortgezet technisch lezen. Bij voortgezet technisch lezen maken we gebruik van verschillende leesvormen, daarbij maken we naast de methode Estafette ook gebruik van de (school)bibliotheek. Op de Wegwijzer doen we mee het project ‘De Bibliotheek op school’. Er is een nieuwe bibliotheek op school ingericht. Het doel van dit project is om de bibliotheek en leesplezier dicht bij de kinderen te brengen.

Begrijpend lezen

Voor begrijpend lezen wordt de methode Nieuwsbegrip (XL) ingezet. In groep 3 is begrijpend lezen in de methode Veilig leren lezen geïntegreerd. Dit methode heeft een doorlopende leerlijn tot en met groep 8 en zelfs tot in het voortgezet onderwijs. Het doel van de lessen Nieuwsbegrip is het strategisch teksten leren lezen van teksten. De teksten van Nieuwsbegrip zijn heel actueel en dat maakt dat de teksten vaak heel interessant zijn om te lezen.

Met het Nieuwsbegrip XL gedeelte wordt heel gericht gewerkt aan het vergroten van de woordenschat. Het XL programma bevat veel extra oefenstof. Kinderen verwerken die oefenstof grotendeels digitaal.

Rekenen

In groep 3-8 werken we met de methode Wereld in getallen (5).  Daarnaast maken we gebruik van “Met sprongen vooruit” om op creatief en spelenderwijs met de basisstrategieën van rekenen aan de slag te gaan.

Motorische ontwikkeling/ Schrijven

In groep 3 werken we met de methode ‘Pennenstreken’. Deze methode sluit aan bij Veilig leren lezen. De schrijfmotoriek is gekoppeld aan de aangeleerde letters en woorden en zo ondersteunt het schrijven het lezen. Vanaf groep 4 wordt het schrijfonderwijs vervolgd met ‘Schrijven in de basisschool’. In groep 3 leren we de schrijfletters en cijfers en aan het eind van groep 3 kunnen de kinderen de letters aan elkaar verbonden schrijven. In groep 4- 8 wordt deze schrijflijn voortgezet, waarbij het accent in de bovenbouw ligt op handschriftontwikkeling, vlot en netjes schrijven en creatief schrijven. In groep 3 en 4 wordt met potlood geschreven. In groep 5- 8 wordt met potlood én rollerpen geschreven. De potloden en pennen worden door school geleverd en we willen ook dat deze gebruikt worden op school. Als een leerling het advies krijgt om met een andere pen te schrijven, worden hier op school specifieke afspraken over gemaakt.

2.2.2. Ontwikkeling brede vaardigheden

Het onderwijs heeft de belangrijke taak kinderen voor te bereiden op de wereld van nu en de toekomst. Voor zover we nu weten, is dit een wereld waarin informatie, communicatie en technologie altijd en overal beschikbaar zijn. Een wereld die in een hoog tempo verandert en die naast kennis ook de ontwikkeling van ‘brede’ vaardigheden vraagt.

ICT en mediawijsheid

Het gebruik van internet neemt een steeds grotere plaats in binnen ons onderwijs. In alle groepen hangen interactieve schoolborden. Deze zijn zo ingericht dat we er ook mee kunnen werken in kleine groepjes. In de hele school werken we met chromebooks. Per twee groepen zijn er 30 chromebooks beschikbaar. We gebruiken de chromebooks als middel om onder andere leerstof digitaal te verwerken. Daarnaast worden er een aantal computerprogramma’s in de groepen gebruikt waarmee de leerlingen leren automatiseren en zij zich meer kunnen verdiepen in de lesstof.

We besteden in de groepen 6 t/m 8 aandacht aan ’mediawijsheid’ (het verantwoord omgaan met o.a. computers en internet). In groep 6 behalen de leerlingen het diploma ‘Veilig Internet’. In groep 7 en 8 doen de leerlingen mee aan het landelijke interactieve spel ‘Mediamasters’’. In beide lesprogramma’s leren de leerlingen spelenderwijs over online gedrag (bijvoorbeeld over digitaal pesten).

Iedere leerling krijgt vanaf groep 3 eigen oordopjes. Als deze vervangen moeten worden, kunnen via school oordopjes aangeschaft worden. De kinderen mogen een eigen koptelefoon meenemen. Deze kan niet te groot zijn, omdat deze in het eigen kastje van de leerlingen opgeborgen wordt. Binnen ons onderwijs wordt het leren programmeren steeds belangrijker. In de ‘next generation week’ (vier keer per jaar) staat programmeren centraal.

In groep 8 wordt meegedaan aan de Lego League. De leerlingen moeten een robot programmeren die vervolgens opdrachten uitvoert. Tijdens deze wedstrijd nemen zij het op tegen leerlingen van andere basisscholen en laten zij zien wat hun robot kan.

Engels

We werken met de nieuwe methode `Join in’`. In groep 1- 6 staat het kennismaken met de Engelse taal centraal. De kinderen leren via de ’onderdompelingsstrategie’ spelenderwijs veel woorden. De methode Join in werkt met digibordlessen en veel praktische oefeningen. In groep 5- 8 worden daarnaast werkboeken gebruikt. In groep 8 werken we extra aan de Engelse woordenschat. Met deze methode en onze aandacht voor Engels hebben de leerlingen een goede basis hebben voor Engels in het voortgezet onderwijs. Bovendien hebben ze plezier in het leren van een vreemde taal.

Verkeer

Om kinderen weerbaarder te maken in het verkeer, geven we verkeerslessen. Bij de kleuters besteden we aandacht aan verkeer in de thema’s en wordt bij de uitstapjes geoefend in de praktijk. In groep 4 – 8 wordt gebruikgemaakt van de verkeersmethoden van Veilig Verkeer Nederland. Hierbij gaat het om het leren toepassen van de verkeersregels die de kinderen geleerd hebben. Ze worden zich meer bewust van hun plek in het verkeer, zodat leerlingen steeds zelfstandiger op weg kunnen. In groep 7 worden de leerlingen voorbereid op het verkeersexamen, dat ze in dat leerjaar afleggen.

Naast verkeerseducatie en het oefenen van verkeersvaardigheid in de praktijk. Jaarlijks organiseren we minimaal één praktijkdag verkeer. Soms in combinatie met de Nationale Schoolbrengdag of in combinatie met een actie van ‘Fietser laat je zien”. We werken met School op Seef en Veilig Verkeer Nederland.

Burgerschapsvorming

Kinderen groeien op in een multiculturele samenleving, die tegelijkertijd ook steeds meer individualistisch is ingesteld. Juist daarom is het belangrijk om de betrokkenheid van mensen bij elkaar en de samenleving te bevorderen. Kinderen zullen tijdens de lessen kennis op doen van de regels van democratie en van de verschillende mogelijkheden om deel te nemen aan de maatschappij. Verschillende standpunten en meningen zullen worden belicht aan de hand van maatschappelijke thema’s. Wij willen de kinderen hiermee helpen om zich met vertrouwen en respect te ontwikkelen tot sociale en actieve burgers. Op allerlei momenten binnen onze schooltijd (gesprekken, lessen zoals geschiedenis, aardrijkskunde en sociaal- emotionele vorming) zullen we burgerschap centraal stellen. In de groepen gaan wij regelmatig in gesprek met de kinderen en bespreken we onderwerpen die leven in de samenleving. In de bovenbouw kijken we regelmatig het jeugdjournaal en we bespreken dan ook wat we met elkaar gezien hebben. Ook de methode `Nieuwsbegrip` draagt bij aan burgerschapsvorming, omdat dit vaak een verdieping is uit de actualiteit. Burgerschapsvorming wordt geïntegreerd aangeboden in de dagelijkse lespraktijk. In het kader van burgerschapsvorming zijn er regelmatig activiteiten in samenwerking met verpleeghuis ‘De Kreek’, zoals zingen in de Kreek met Pasen, Pannenkoekendag, portretschilderen en musical (groep 8), Paasstukjes maken.

Vanaf groep 5 krijgen de leerlingen regelmatig een ‘huiswerkopdracht’. Dit kan variëren van, het leren voor toetsen op het gebied van wereldoriëntatie, het voorbereiden van een spreekbeurt/ boekenbeurt of het leren van Engelse woordjes.

Dit wordt opgebouwd richting groep 8 met het doel dat kinderen leren om huiswerk te maken en te plannen. Dit alles ter voorbereiding op het voortgezet onderwijs. Vanaf groep 6 leren de leerlingen hoe een agenda ingevuld wordt en leren ze taken te plannen.

2.3  Wereldoriëntatie en onderzoekend en ontwerpend leren

Voor wereldoriëntatie maken we gebruik van de methode ‘Blink Wereld’. In deze methode gaan de leerlingen zelf onderzoeken en ontdekken. Door het hebben van een onderzoekende houding, nieuwsgierigheid en creativiteit komen ze op een ontdekkende manier tot vaardigheden, inzichten en kennis.

De thema’s in Blink Wereld zijn opgezet vanuit een onderzoekscyclus. Deze cyclus bestaat uit acht stappen, die in elke les of elk thema gedeeltelijk of helemaal worden gevolgd. Per onderdeel van het onderzoekende proces komen één of meerdere van onderstaande vaardigheden aan bod:

  • Verwonderen; elke les begint met een pakkende foto of filmpje dat nieuwsgierig maakt naar de les.
  • Onderzoeksvraag; de onderzoeksvraag die daaruit voortkomt zet aan tot nadenken en vraagt om een eerste eigen voorlopig antwoord.
  • Verkennen; triggert om na te denken over wat je al weet en wat je nog te weten wilt komen in je onderzoek.
  • Onderzoek doen; in dit praktische onderzoekgedeelte gaan kinderen observeren en redeneren.
  • Concluderen; elk onderzoek eindigt met een eigen of gezamenlijke conclusie.
  • Delen; de conclusie wordt gedeeld in groepjes of met de hele klas.
  • Verdiepen; na elke les is het mogelijk om te verdiepen met een plusopdracht.

Vanaf groep 3 – 4 wordt gestart met Blink Wereld. In groep 3 – 4 worden de leerlingen aan de hand van thema’s voorbereid op BLINK Wereld waarin de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuur & techniek worden aangeboden. De leerlingen werken met doeboekjes. Vanaf groep 5 wordt Blink Wereld geïntegreerd aangeboden.

2.4 Sociaal leren

Het is belangrijk dat scholen zich naast het schoolse leren nadrukkelijker gaan richten op sociaal emotioneel leren (SEL). Want door SEL leer je omgaan met jezelf en de ander. Het is belangrijk dat leerlingen hun eigen emoties begrijpen en zich kunnen inleven in de ander. Als leerlingen leren conflicten op te lossen en op hun eigen gedrag te reflecteren, kunnen zij beter relaties onderhouden. Op school gebruiken wij de methode KWINK voor SEL.

In de methode staan vijf  competenties centraal:

  1. Besef hebben van jezelf
  2. Besef hebben van de ander
  3. Keuzes kunnen maken
  4. Zelfmanagement
  5. Relaties aan kunnen gaan

Het systematisch aanleren van SEL-competenties ondersteunt bij het creëren van een positieve en veilige sfeer op school.

2.5 Bewegingsonderwijs

Het bewegingsonderwijs wordt gegeven door een vakleerkracht, een leerkracht met de specialisatie bewegingsonderwijs en door groepsleerkrachten met gymbevoegdheid. Wij willen de kinderen bewegingservaring laten opdoen in bewust gecreëerde, gevarieerde en vooral pedagogisch- verantwoorde bewegingssituaties. Binnen deze situaties willen wij bijzondere aandacht geven aan de volgende aspecten:

  • Bewustwording van eigen vaardigheden en mogelijkheden en het vergroten hiervan.
  • Leren omgaan met winnen en verliezen.
  • Bevorderen van samenwerking tussen alle kinderen.
  • Het bijbrengen van een positieve houding ten aanzien van bewegen en het kind laten ontdekken welke vormen van spelen/sporten bij hem/haar passen met het oog op een zinvolle vrijetijdsbesteding.

Wij laten het kind kennis maken met onze bewegingscultuur en, het plezier in het bewegen. Daarnaast leren de kinderen waarom het belangrijk is om te bewegen. Bij bewegingsonderwijs zijn gymschoenen en gymkleding verplicht. De leerlingen mogen een bidon met water meenemen om extra te drinken na het sporten. Bij een warme dag is het praktisch als de kinderen een handdoek bij zich hebben om zich te kunnen opfrissen als dat nodig is. Wij adviseren u gymkleding en gymschoenen te voorzien van de naam van het kind.

2.6 Wetenschap en Techniek

Door te werken met de methode BLINK Wereld natuur & techniek voldoen wij als school aan de doelen die het Techniekpact voor 2020 stelt. Daarnaast organiseren wij techniekweken op school, waarin gedurende een aantal weken per jaar techniek centraal staat in de klassen. De kinderen werken in kleine groepjes aan technische opdrachten of verzinnen een technische oplossing. Met groep 8 doen we jaarlijks mee aan de Lego League. Tijdens deze techniek wedstrijd doen de leerlingen een onderzoek en presenteren dit onderzoek. Daarnaast doen zij als team een missie met een geprogrammeerde robot.

2.7 Cultuureducatie

Hieronder verstaan we met name de vakken gericht op ‘kunstzinnige oriëntatie’ (de zogenaamde expressievakken).

De kerndoelen op dit gebied zijn:

  • Leerlingen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om ermee te communiceren.
  • De leerlingen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren.
  • De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.

Onze lessen muziek, handvaardigheid, tekenen en drama (toneel) vallen onder het vakgebied ‘kunstzinnige oriëntatie’. In groep 1 en 2 is dit deels verweven in het thematisch werken. Verder besteden we in alle groepen 2x per week aandacht aan een vorm van ‘kunstzinnige oriëntatie’. Wij zijn hiervoor aangesloten bij ‘Cultuurweb Westland’ en maken gebruik van het programma ‘Kunstkracht 10’. Drie keer per jaar is er een happening, waarbij alle groepen een optreden verzorgen en aan de hele school presenteren. Vaak staat hierin een discipline centraal staat, bijvoorbeeld muziek, dans of theater.

Daarnaast zijn er vier dagen per jaar ‘KunstkrachtAteliers’. De leerlingen krijgen op die dagen verschillende workshops aangeboden, waar ze uit kunnen kiezen. Er wordt groepsdoorbrekend in onder- en bovenbouw gewerkt. Het aanbod is breed; naast muziek, beeldende vorming, dans en theater kunnen kinderen ook een atelier volgen op het gebied van erfgoed, media, programmeren of koken. De kinderen maken zo kennis met verschillende disciplines van cultuureducatie en kunnen daarbij hun eigen talent ontdekken. Daarnaast vinden we het belangrijk dat ook andere ontwikkelingsaspecten dan alleen de cognitieve genoeg aandacht krijgen op school.  Zowel op creatief-expressief gebied als voor de sociaal-emotionele ontwikkeling zijn de KunstkrachtAteliers een aanwinst in ons onderwijsaanbod.

Dit schooljaar organiseren we een naschools kunst- en cultuuraanbod in samenwerking met Cultuurweb Westland. De leerlingen kunnen verschillende cursussen na schooltijd volgen. De bijdrage voor 6 lessen is €25,-.

2.8 ‘Vooruit’-aanbod

Vanuit het beleidsplan voor ‘meer- en hoogbegaafde leerlingen’ hebben we een ‘vooruit-aanbod’ gecreëerd voor leerlingen die extra verdieping nodig hebben, omdat zij op meerdere gebieden een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Het vooruit-aanbod bestaat uit verrijkings- en verdiepingsmateriaal dat zij grotendeels kunnen uitvoeren in hun eigen groep. Het aanbod wordt gecoacht door de coördinator meer- en hoogbegaafdheid. Daarnaast is er aanbod op het gebied van: filosoferen, leren leren. Een goed programma voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong is maatwerk en wordt voor ieder kind anders vormgegeven.

2.9 Extra activiteiten in het onderwijsaanbod

Schoolreis en schoolkamp

We gaan ieder jaar op schoolreis. We zoeken gevarieerde bestemmingen voor onze schoolreizen. Om het jaar heeft het schoolreisje een educatief karakter. Voor groep 1 en 2 kiezen we een bestemming die niet te ver weg is. Voor deze groepen wordt het vervoer naar de bestemming meestal met auto’s van ouders georganiseerd. De leerlingen uit groep 3-7 gaan met de bus op schoolreis.

In groep 8 gaan de leerlingen drie dagen op kamp. We kiezen er bewust voor om het kamp aan het begin van het schooljaar te laten plaatsvinden, omdat het een belangrijke bijdrage levert aan het bouwen aan een positief groepsklimaat. We hebben het al heel lang naar ons zin bij ‘De Blauwe Schuur’ in Amerongen. Het ligt onder aan de Amerongse Berg in een bosrijk gebied. Het gebouw heeft veel speelruimte, zowel buiten als binnen.

Inzet leerlijn koken

Dit schooljaar werken groep 2 t/m 8 met  doorlopende leerlijn koken. Op De Wegwijzer is een passende werkwijze en leerlijn koken ontwikkeld door een projectteam met teamleden. Er zijn ouders opgeleid om met leerlingen te koken.  Zij kennen de keuken en weten op een veilige manier met kinderen te werken. Wij noemen hen de ‘kookkrachten’. Dit schooljaar worden drie leerlijnen uitgevoerd. Naast de kookleerlijn wordt tijdens het kunstkrachtatelier aandacht besteed aan ‘bakken’. Onder leiding van een echte bakker leren de kinderen hoe ze brood moeten maken en worden heerlijke minigebakjes klaargemaakt.

“Respect + Vertrouwen + Plezier = Groei”