Hoofdstuk 5 Ondersteuning en begeleiding leerlingen
5.1 Visie op zorg en begeleiding
Elk kind ontwikkelt zich in een ander tempo. Het is belangrijk dat elk kind uitgedaagd wordt om te leren. Dat betekent dat we naast het basisaanbod ook een extra én verdiepend aanbod hebben voor de kinderen die op één of meer vakgebieden een ontwikkelingsachterstand óf voorsprong hebben. Het doel is om hen uit te dagen en te motiveren om te blijven leren.
De basisondersteuning en de extra ondersteuning wordt gegeven door de groepsleerkracht. De intern begeleider kijkt met de leerkracht mee naar de resultaten en de ontwikkeling van de groep. Als deze begeleiding onvoldoende resultaat heeft, wordt er meegekeken door de intern begeleider.
5.2 Uitgangspunten Handelingsgericht werken
De basisondersteuning wordt vormgegeven vanuit de uitgangspunten van Handelingsgericht werken. De handelingsgerichte werkstructuur is een cyclisch proces en wordt gevormd door vier kernaspecten, die zowel dagelijks als periodiek doorlopen worden. In de fase van waarnemen noteert de leraar dagelijks gegevens over zijn leerlingen uit observaties, gesprekjes, werkanalyses en toets gegevens.
De leraar bepaalt de doelen voor de komende periode en signaleert welke leerlingen de komende periode/les extra of andere aandacht nodig hebben. In de fase van begrijpen benoemt de leraar de onderwijsbehoeften van deze leerlingen; wat hebben deze leerlingen nodig om de doelen te bereiken in de komende periode.
In de fase van plannen clustert de leraar leerlingen met vergelijkbare onderwijsbehoeften. De leerkracht analyseert de specifieke doelen voor de leerlingen en hoe hij die doelen wil bereiken. In de weekplanning geeft hij per dag kort en concreet aan bij welke kinderen hij in ieder geval wil aansluiten en welke kinderen hij voor een extra instructie wil uitnodigen en met welke bedoeling. In de fase van realiseren voert de leraar deze planning uit en noteert hij de opvallende zaken. Daarmee is de cirkel rond.
Op De Wegwijzer wordt deze cyclus continu doorlopen. Op twee momenten per jaar wordt het totaaloverzicht van de leerontwikkeling en onderwijsbehoeften van alle leerlingen intern besproken. Dit gebeurt na afname van de Iep toetsen (in het midden en eind van het schooljaar).
Handelingsgericht werken gaat uit van de volgende uitgangspunten:
- Wij denken over, kijken naar en praten over wat een kind nodig heeft om de volgende stap te maken, de zogenaamde onderwijsbehoeften en handelen daar zoveel mogelijk naar.
- Het afstemmen op kinderen zullen wij als leerkrachten en school moeten doen.
- Wij werken doelgericht en zoeken naar richting gevers voor ons handelen, gebaseerd op dat wat het kind wel kan.
- We werken vanaf het begin samen met het kind, ouders, collega’s en begeleiders.
- Wij kijken naar de wisselwerking tussen kinderen, ouders, groep en leerkracht en stemmen ons handelen hierop af.
- Iedereen heeft kwaliteiten, wij zijn op zoek naar mogelijkheden van kinderen, ouders en onszelf.
De uitgangspunten van Handelingsgericht werken hebben een centrale positie in onze zorgstructuur. De 1-zorgroute is uitgangspunt voor onze zorg voor leerlingen. Deze zorgroute heeft zes stappen:
Intern handelen:
Stap 1: Cyclus handelingsgericht werken door de leerkracht;
Stap 2: Groepsbespreking;
Stap 3: Leerlingbespreking;
Stap 4: Handelingsplan;
Extern handelen:
Stap 5: Handelingsgerichte diagnostiek, consultatie en/ of begeleiding;
Stap 6: Externe zorg; verwijzing naar permanente commissie leerlingzorg (PCL) binnen ons samenwerkingsverband, of doorverwijzing voor een indicatiestelling voor Speciaal onderwijs.
In onderstaand schema is de zorg- en begeleidingsroute in beeld gebracht.
5.3 Werken met ontwikkelingsperspectief
Sommige leerlingen hebben specifieke onderwijsbehoeften op de basisschool. Voor een kleine groep kinderen stellen we een ontwikkelingsperspectief op. Dit ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld op het moment dat een leerling specifieke onderwijsbehoeften heeft om op een bepaald uitstroomniveau te komen. Voor het maken van een ontwikkelingsperspectief zijn specifieke criteria opgesteld:
- Een leerling op een SBO of (V)SO school of een leerling waarvan de verwachting is, dat hij/zij uit gaat stromen naar deze vormen van onderwijs;
- Een leerling die een leerrendement haalt van 75% of lager op 2 of meer vakgebieden, waarvan
- Een van de twee vakgebieden rekenen en wiskunde of begrijpend lezen is. (van deze leerling is een uitstroom naar het LWOO of PRO te verwachten);
- Een leerling met een arrangement vanuit een SO-school.
- Een leerling die door de leerkracht / ouders in samenspraak met de IB- er als zorgleerling gesignaleerd wordt, maar buiten de criteria valt.
Vaak zal het opstellen van een ontwikkelingsperspectief voortkomen uit een zorgroute die bewandeld wordt op school. Ouders worden hierbij betrokken en we volgen hierin een zorgvuldig stappenplan.
5.4 Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling
Elk jaar zijn meer dan 100.000 kinderen van 0 tot 18 jaar slachtoffer van huiselijke geweld of kindermishandeling. Om de aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld te verbeteren is de ‘Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ ingevoerd. Deze meldcode is vanaf begin 2012 van kracht en geldt voor de gezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang, de maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. Een meldcode is een stappenplan waarin de handelingsmogelijkheden beschreven worden bij het signaleren van en handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld en kindermishandeling. Het doel van een verplichte meldcode is dat sneller en adequater wordt ingegrepen. Door het consequent toepassen van de meldcode zal de vroegsignalering van huiselijk geweld en kindermishandeling verbeteren en worden minder kinderen geconfronteerd met geweld en mishandeling.
De meldcode valt binnen onze interne zorgstructuur, de taak als aandachtsfunctionaris wordt op dit moment ingevuld door de intern begeleiders (Sandra Polak en Martine van Daalen).
5.5 Externe contacten
Het begeleiden van leerlingen is maatwerk. Dit betekent dat wij als school een breed extern netwerk hebben. Binnen dit netwerk zijn er drie organisaties waar u als ouder ook contact mee kunt leggen bij vragen over de ontwikkeling van uw kind: het sociale kernteam (SKT), de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en het samenwerkingsverband Primair Onderwijs Westland (SPOW). De eerste twee worden in dit hoofdstuk toegelicht. Informatie over het samenwerkingsverband staat uitgebreid beschreven in hoofdstuk 6.
5.5.1 Het Sociaal Kernteam (SKT)
Het Sociaal Kernteam (SKT) helpt inwoners van de gemeente Westland bij het zoeken van hulp op verschillende gebieden. Zij verstrekt informatie en regelt ondersteuning en zorg. Dit geldt ook voor uw vragen over het opvoeden en opgroeien van kinderen. Als dat nodig is, wordt u bijgestaan door een zorgregisseur. Deze zorgt ervoor dat u die hulp krijgt die nodig is. Hiervoor vindt overleg plaats met (huis)artsen en andere specialisten. De zorgregisseur kan op locatie of thuis met u afspreken. Bij diverse overleggen met betrekking tot leerlingzorg op school, is ook het SKT aanwezig. Het uitgangspunt bij hulp is steeds: een gezin, één plan, één aanspreekpunt. U bereikt het Sociaal Kernteam via de gemeente: 14 0174.
5.5.2 JGZ Zuid- Holland West
De jeugdgezondheidszorg (JGZ) is er voor ouders, kinderen en jongeren van 0-23 jaar. De artsen en verpleegkundigen volgen de groei en de ontwikkeling van elk kind. Ze geven advies over gezondheid en opvoeding. Verder geven ze de noodzakelijke inentingen.
Gezondheidsonderzoek
In groep 2 onderzoekt de jeugdarts de algemene ontwikkeling en de gezondheid van uw kind. De jeugdarts kijkt naar lengte, gewicht en controleert ogen en oren.
Spraak-taalonderzoek
Is uw kind vijf jaar, dan vindt er een spraak-taalonderzoek plaats. Een logopediste test of uw kind problemen heeft met spreken, luisteren, taalgebruik of mondgedrag. Aan de hand van het onderzoek krijgt u advies of extra oefening wenselijk is.
Preventie via vaccinatie
Op 4 en 9-jarige leeftijd krijgt uw kind een prik. Het is een herhaling van eerdere prikken en belangrijk omdat uw kind pas helemaal is beschermd tegen bepaalde infectieziekten als het alle prikken heeft gehad. U krijgt hiervoor een uitnodiging thuisgestuurd.
Gezondheidsles in de klas
In groep 7 geeft een verpleegkundige van de JGZ een les over gezondheid in de klas. De les gaat onder andere over voeding, puberteit, alcohol en pesten. De jeugdverpleegkundige voert met uw kind een gesprek over dingen die uw kind bezighouden. Eventuele bijzonderheden worden altijd aan u teruggekoppeld.
Onderzoek op verzoek
Heeft u vragen of zorgen over de gezondheid of de ontwikkeling van uw kind? U kunt altijd bij de Jeugdgezondheidszorg terecht, telefoon: 088 054 99 99 (lokaal tarief). JGZ-schoolarts is mevr. Mariëtte v.d. Berg.
“Respect + Vertrouwen + Plezier = Groei”
